AZ Maria Middelares & AZ Sint-Vincentius Deinze, waarom samen verder? Lees het hier.

Onderzoeken & behandelingen

Behandeling met radium-223 dichloride

Wat is het?

Wat is het?

Radium-223 dichloride is ontwikkeld voor het behandelen van uitzaaiingen in het bot bij prostaatkanker. Radium-223 dichloride wordt toegediend via een injectie in een ader. Om een optimaal effect met minimale bijwerkingen te bekomen, gebeurt dit zes keer. De periode tussen opeenvolgende injecties is ongeveer vier weken, afhankelijk van je bloedonderzoek.

Voordelen:

  • Verlengen levensduur
  • Afname bijwerkingen van kanker ter hoogte van de botten (botpijn, botfracturen)

Voorzorgen na de behandeling

Voorzorgen na de behandeling

Contact met zwangere vrouwen en kleine kinderen

Hoewel het absoluut zo is dat slechts een zeer kleine hoeveelheid straling door je lichaam afgegeven zal worden, kan dit nog steeds een effect hebben op andere mensen in je directe omgeving. Daarom dient, tijdens de eerste zeven dagen na elke injectie, nauw en/of langdurig contact met zwangere vrouwen en kleine kinderen te worden vermeden, zodat zij niet onnodig aan straling worden blootgesteld.

Voorbereiding behandeling

Drink een ruime hoeveelheid vloeistof voor en na elke injectie.

Na de behandeling

Van de geïnjecteerde radioactieve stof zal het grootste deel uitgescheiden worden via de ontlasting en een klein deel via de urine. Neem daarom de volgende hygiënische maatregelen nauwlettend in acht, en dit gedurende zeven dagen:

  • Ga zitten om te plassen of gebruik een urinoir om spatten te voorkomen.
  • Spoel tweemaal door na ieder toiletgebruik.
  • Gebruik enkel wegwerpschoonmaakartikelen die je na gebruik kan doorspoelen in het toilet als je vlekken van lichaamsvloeistoffen (bloed, braaksel, urine, stoelgang) dient te reinigen tijdens de eerste zeven dagen na de behandeling.
  • Was je handen zorgvuldig met water en zeep na ieder toiletbezoek. Alle andere personen die hetzelfde toilet gebruiken, moeten eveneens de handen wassen na elk gebruik en na ieder contact met de bovengenoemde lichaamsvloeistoffen van de patiënt.
  • Als je incontinent bent, en meer bepaald fecaal incontinent, gebruik dan luiers, doeken of incontinentiebroekjes die je in het toilet kunt doorspoelen. Droog je voorzichtig af om besmetting te voorkomen.

Door bovenstaande instructies te volgen, wordt de blootstelling aan straling voor andere mensen zo laag mogelijk gehouden. Er moeten geen andere voorzorgen genomen worden bij je contact met andere personen, inclusief je partner. De enige uitzondering hierop betreft zwangere vrouwen en kleine kinderen (blauw kader).

De behandeling met radium-223 heeft geen negatieve invloed op je dagelijkse activiteiten.

Gelieve je behandelend arts en andere artsen met wie je te maken krijgt in te lichten over je behandeling met radium-223. Met die informatie kunnen zij beslissen welke behandeling het meest aangewezen is voor jou. Toon je behandelingskaart aan alle artsen en verpleegkundigen die voor je zorgen. Deze kaart bevat de contactgegevens van je specialist in nucleaire geneeskunde en stelt andere artsen of overheidsinstanties in staat de nodige vragen te stellen (met jouw toestemming).

Anticonceptie

Er zijn geen gegevens beschikbaar over de mogelijkheid dat, na een injectie met radium-223, kleine hoeveelheden radioactiviteit via de lichaamsvloeistoffen rechtstreeks overgedragen worden tijdens seksuele betrekkingen. Daarom moet tijdens de eerste zeven dagen na elke injectie met radium-223 een condoom gebruikt worden. Om het risico op wijzigingen van de voortplantingscellen ten gevolge van de straling te beperken, mag je geen kinderen verwekken tijdens de behandeling en tot zes maanden na de laatste toediening. Jij en/of je partner moet(en) tijdens deze periode dus altijd betrouwbare voorbehoedsmiddelen (pil, spiraal, condoom …) gebruiken.

Mogelijke bijwerkingen

Mogelijke bijwerkingen

Meest voorkomende bijwerkingen:

  • Diarree
  • Misselijkheid
  • Braken
  • Daling van het aantal bloedcellen die een rol spelen in de bloedstolling (= trombocytopenie)

Minder vaak voorkomende bijwerkingen:

  • Reactie op de injectieplaats in de vorm van roodheid, pijn of zwelling
  • Daling van het aantal witte bloedcellen die een rol spelen in de immuniteit
  • Daling van het aantal rode bloedcellen, wat zich kan manifesteren in o.a. vermoeidheid en/of bleekheid van de huid
  • De twee bovenstaande punten + trombocytopenie

Brochure

Brochure

Centra & specialisaties

Centra & specialisaties

Laatste publicatiedatum: 27/12/2023
Verantwoordelijk auteur: Dr. Van Den Bossche Bieke