AZ Maria Middelares & AZ Sint-Vincentius Deinze, waarom samen verder? Lees het hier.

Onderzoeken & behandelingen

Behandeling van aambeien

Wanneer een niet-chirurgische behandeling?

Wanneer een niet-chirurgische behandeling?

In eerste instantie is het voor elke patiënt met aambeien aangewezen bepaalde leefregels toe te passen. In sommige gevallen kunnen deze maatregelen de klachten duidelijk doen afnemen of zelfs helemaal laten verdwijnen. Indien de aambeien toch klachten blijven veroorzaken, zijn andere maatregelen aangewezen. Er bestaan drie verschillende niet-chirurgische technieken om symptomatische aambeien te behandelen:

Wat is het?

Bij deze beide technieken worden de gestuwde aambeien verschrompeld. Ze zijn vooral aangewezen bij beperkte inwendige aambeien. In gevorderde gevallen is vaak een operatie aangewezen.

  • Infrarood coagulatie is een medische procedure waarbij infrarood licht wordt gebruikt. Het infrarode licht zal de uitgezette zwellichamen dichtschroeien. Daardoor treedt verschrompeling op.
  • Bij de scleroserende inspuiting wordt een irriterende stof onder het slijmvlies geïnjecteerd. Dit zorgt ervoor dat de zwellichamen verschrompelen en de zwelling afneemt.

Mogelijke risico's

Deze behandelingsmethoden zijn vrij pijnloos en veroorzaken weinig bijwerkingen. Soms zijn wel meerdere sessies nodig om tot symptoomcontrole te komen. Ze worden uitgevoerd door de maag-darmspecialisten.

Wat is het?

Bij deze techniek wordt de hinderlijke aambei met een zuigbuisje aangetrokken. Vervolgens wordt een rubberen bandje over de hals van de aambei geplaatst. Het bandje snoert de aambei af. Na 7 tot 10 dagen valt de aambei met het overtollig slijmvlies af, zodat het verdwijnt met de stoelgang. Het resterende litteken geeft opnieuw wat schrompeling, waardoor snel herval meestal uitblijft. Tijdens eenzelfde behandeling kunnen meerdere bandjes geplaatst worden. Het is ook mogelijk om de behandeling later te herhalen, indien dat nodig zou zijn.

Mogelijke risico's

  • De voornaamste bijwerkingen van deze behandeling zijn beperkte pijn en wat aandrang (het gevoel dat je naar toilet moet). Indien lichte pijnstillers (paracetamol) niet volstaan of de aandrang zeer hevig blijft, dient het rubberen bandje soms verwijderd te worden.
  • Aangezien de regio van de zwellichamen goed doorbloed is, kan onmiddellijk na de ingreep of bij het afvallen van de aambei ook wat beperkt bloedverlies optreden. In geval van fors bloedverlies is het aangewezen de dienst heelkunde of de dienst spoedgevallen te contacteren.
  • In het geval van koorts is het belangrijk dat een lokale infectie wordt uitgesloten.
  • In zeldzame gevallen kan een urineretentie (moeite om de blaas volledig te ledigen) optreden.

Wat is het?

Het verwijderen van huidflapjes is soms aangewezen om hygiënische redenen.

  • In het geval van beperkte huidflapjes kan dat onder lokale verdoving op de poli ‘kleine ingrepen’. Je hebt in dit geval wel het ongemak van de prik voor de lokale verdoving, maar verder valt de ingreep meestal erg goed mee.
  • Voor grotere flappen is een verwijdering onder een korte algemene narcose soms meer aangewezen.

Richtlijnen voor thuis

Na de ingreep kan gedurende een tweetal weken anale wondpijn aanwezig zijn. Die hindert vooral tijdens de ontlasting. Je kan ook wat pijn ervaren bij het aanraken van de zelfverterende hechtingen. Indien de hechtingen door afvegen vroegtijdig zouden verdwijnen, kan de wonde gedeeltelijk open gaan. Dat veroorzaakt soms tijdelijk wat bloed- of etterverlies. In sommige gevallen kan het dan aangewezen zijn dagelijks een beschermende zalf aan te brengen.

Wanneer een chirurgische behandeling?

Wanneer een chirurgische behandeling?

Indien aambeien niet of onvoldoende reageren op niet-chirurgische behandelingen kan een meer drastische behandeling noodzakelijk zijn. Ook daarvoor bestaan verschillende opties.

In ons ziekenhuis maken we de keuze uit diverse technieken op basis van het type aambeien, het soort klachten en enkele patiëntspecifieke kenmerken.

Deze techniek bestaat al erg lang en was vroeger de enige chirurgische mogelijkheid in geval van ernstige aambeien. De storende aambeien worden tijdens deze behandeling onder algemene verdoving weggesneden. De overgebleven wonde wordt dan niet of slechts gedeeltelijk dicht gehecht. De wonde zal nadien geleidelijk aan spontaan dichtgroeien. Zo is het mogelijk om één aambei (1-pijler resectie) of meerdere aambeien (klaverblad resectie) te verwijderen.

Hoewel de aambeien na deze hemorroïdectomie zelden terugkomen, zijn er toch een aantal nadelen aan de techniek:

  • de meeste patiënten hebben tijdens de eerste weken na de operatie behoorlijk veel anale pijnklachten, vooral tijdens de ontlasting.
  • ook is er gedurende geruime tijd verlies van wondvocht mogelijk.
  • aangezien de genezende wonden achteraf resulteren in schrompelende littekens, kan deze techniek een vernauwing van de anus veroorzaken, indien er meerdere aambeien werden weggesneden. Voor patiënten met slechts 1 grote aambei is deze behandelingsmethode wel een goede keuze.

Deze behandeling wordt ook wel de 'Longo procedure' of de 'Procedure voor Prolaps en Hemorroiden (PPH)' genoemd. Het is bedoeld voor aambeien die rondom uitpuilen en klachten veroorzaken. Bij deze techniek wordt een speciaal nietje gebruikt om de gezwollen aambeien te verwijderen. Het gezonde weefsel dat naar buiten was geduwd, wordt dan terug naar binnen getrokken. Hierdoor ontstaan er geen open wonden, maar er blijft wel een rij nietjes achter in het onderste deel van de darm.

Door de afwezigheid van wonden hebben de meeste patiënten na deze procedure minder pijnklachten en minder verlies van wondvocht. Door zwelling van de nietjesrij kan de ontlasting de eerste weken wel wat moeizaam of gefragmenteerd verlopen. Dat verbetert spontaan.

In deze techniek wordt een speciaal apparaat (een transanaal ingebrachte doppler-probe), dat werkt met echografie, via de anus ingebracht om de bloedvaten te vinden die de aambeien van bloed voorzien. Deze bloedvaten zijn de reden waarom de aambeien opzwellen. Wanneer deze bloedvaten gevonden zijn, worden ze afgebonden om de zwelling te verminderen. In de THD-procedure (wat staat voor 'Transanal Hemorroidal Dearterialisation'), kunnen daarna ook de uitpuilende delen van de aambeien worden 'opgenaaid' of terug op hun plaats worden gebracht.

Ook deze techniek zorgt niet voor open wonden rondom de anus. Wel kan er de eerste dagen forse zwelling in de anus optreden, met moeizame en pijnlijke ontlasting tot gevolg. Voor zeer uitgebreide prolaberende aambeien is deze techniek wat minder geschikt door het hogere risico op herval.

Verloop van de ingreep

Voorbereiding

De ingrepen worden doorgaans in daghospitalisatie uitgevoerd, je hoeft na de ingreep dus niet in het ziekenhuis te overnachten. Indien je te veel pijn hebt of er zich onmiddellijk post-operatief problemen (zoals bloedverlies of urineretentie (= moeilijk/niet kunnen plassen) voordoen, kan een overnachting toch aangewezen zijn.

Kom de ochtend van de ingreep nuchter naar de opnamedienst.

Aard voedingVoorbeeldToegestaan tot ten laatste
Normale maaltijdmiddernacht vóór de ingreep of het onderzoek
Lichte maaltijdBv. een boterham of toast met confituur. Gefrituurde/vette voedingsmiddelen of vlees vallen hier niet onderzes uur vóór de ingreep of het onderzoek
ZuivelproductenMelk, flesvoeding kind, yoghurt …zes uur vóór de ingreep of het onderzoek
Borstvoedingvier uur vóór de ingreep of het onderzoek
DrankenNaar wens: water, suikerwater, sportdranken, heldere fruitsappen zonder vruchtvlees (appelsap, druivensap)

Maximaal
een kopje: heldere thee en koffie zonder melk
twee uur vóór de ingreep of het onderzoek
  • heldere dranken tot dan blijven drinken = aanbevolen! (geen melkproducten!)
  • uitzondering: ingrepen aan maag- en darmstelsel (daarbij volg je de instructies van je behandelend arts op)

Een specifieke voorbereiding is doorgaans niet nodig. Je hoeft vooraf geen lavement voor spoeling van de darmen toe te dienen. Indien dit toch vereist is, zal je arts jou hierover vooraf inlichten.

Nazorg

  • Op het einde van de heelkundige ingreep wordt vaak anaal een compres ingebracht. Deze compressen moeten niet verwijderd worden, ze verdwijnen spontaan met de eerste ontlasting. Na het wegnieten van de aambeien brengt je arts meestal een groter verband in om nabloeding tijdens de eerste post-operatieve uren te vermijden. De verpleegkundige van je afdeling dient dit enkele uren na de ingreep te verwijderen.
  • Voor je ontslag krijg je op de afdeling uitleg over pijnstilling en aangewezen wondverzorging van de behandelende arts of assistent. In sommige gevallen is het aangewezen lokaal zalf aan te brengen. Ook dit wordt bij je ontslag meegedeeld. De nodige voorschriften en een brief voor de huisarts worden voorzien. Soms kan een attest voor thuisverpleging noodzakelijk zijn.
  • Door de aanwezigheid van wonden in of rond de anus kan de ontlasting aanvankelijk pijnlijk zijn. Tracht constipatie te vermijden door voldoende vocht en vezels in te nemen. Desnoods is tijdelijk een laxativum geadviseerd. Indien de stoelgang te vloeibaar wordt, kan je de behandeling vanzelfsprekend onderbreken.
  • Een controle op de polikliniek is voorzien drie weken na de ingreep. Tegen die tijd zijn de pijnklachten meestal goed onder controle, de wondjes kunnen soms pas na zes weken volledig genezen zijn. Indien nodig zal dan ook een vervolgafspraak voorzien worden. Ondanks correcte behandeling kunnen de aambeien na maanden of jaren opnieuw klachten veroorzaken. Tracht dit te voorkomen door de leefregels goed in acht te nemen.
  • Achteraf hou je best rekening met de algemene maatregelen/leefregels.

Mogelijke risico's

Bij elke operatie bestaat de kans op een aantal algemene complicaties. Bij ingrepen voor aambeien is deze kans zeer klein, aangezien het een kortstondige narcose betreft. Wel zijn er aantal specifieke verwikkelingen mogelijk:

Stopt meestal vanzelf. Indien nodig kan het soms helpen een afdekkend drukverband aan te brengen. Een zeldzame keer is een heringreep vereist om de bloeding te doen stoppen. Bij twijfel raadpleeg je best een arts.

Door de ingreep ter hoogte van de anus kan je na de ingreep moeite hebben met plassen. Je moet absoluut geplast hebben vooraleer je het ziekenhuis verlaat. In uitzonderlijke gevallen plaatsen we een tijdelijke blaassonde.

Ten gevolge van de ingreep zullen de weefsels rond de anus opzwellen. Dit kan tijdens zitten of bij afvegen het gevoel geven dat de aambeien er nog (gedeeltelijk) zijn. Deze zwelling verdwijnt spontaan tijdens de eerste weken na de ingreep.

Pijnklachten zijn normaal na een ingreep voor aambeien. Indien de pijnklachten na de ingreep geleidelijk aan toenemen in plaats van afnemen, kan men best contact opnemen met een arts.

Wanneer een patiënt na de ingreep koorts ontwikkelt, moet een infectie uitgesloten worden. Het kan dan gaan om een algemene infectie (longontsteking of urineweginfectie), maar natuurlijk ook om een infectie in de operatiestreek. Infecties na een ingreep voor aambeien zijn zeldzaam, maar ze kunnen wel ernstig zijn. Een bloedafname en eventueel gerichte beeldvorming zullen uitwijzen of er nood is aan antibiotica.

De ontlasting verloopt na de ingreep soms een tijd minder vlot. Door de postoperatieve zwelling kan je het gevoel hebben dat de stoelgang belemmerd wordt. Indien dat na enkele weken niet verbetert, zou dat kunnen wijzen op vernauwing van de anus door inwendige littekenvorming. Daarvoor kan het soms tijdelijk noodzakelijk zijn om de wonden eens op te rekken op de polikliniek (of onder narcose indien dit te pijnlijk zou zijn).

Centra & specialisaties

Centra & specialisaties

Laatste publicatiedatum: 13/12/2023